Kinderen krijgen? Eerst met pensioen!
Nrc.next 12-12-06 door Roos Wouters
Hoe ouder men kinderen krijgt, hoe meer risico’s Maar de overheid maakt het jong kinderen krijgen niet gemakkelijk, aldus een jonge moeder.
Vroeger kwam de pastoor langs als het lang duurde voor een pas getrouwd stel een kind kreeg. Nu is iedereen vrij te bepalen of en wanneer men kinderen wil. Die keuze blijkt echter minder vrij dan men denkt. Er kleven allerlei nadelen aan laat ouderschap. Daarom organiseerde De Raad voor de Volksgezondheid & Zorg onlangs een debat waar een aantal jongerenafdelingen van vakbonden en politieke partijen bijeen kwamen om te praten over hoe jongeren aankijken tegen ‘laat ouderschap’ in combinatie met carrièreplanning en arbeidsmarktperspectieven. De vraag was of de overheid jonger ouderschap zou moeten bevorderen.
Uit het debat kwam vooral naar voren hoe weinig er bekend is in Nederland over de risico’s die het uitstelgedrag met zich mee brengen. Vooral de medische risico’s als ongewenste kinderloosheid en risicovolle zwangerschappen met soms blijvende gevolgen voor moeder en kind, werden door de Nederlandse Vereniging Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) benadrukt. Mede daardoor vonden vrijwel alle aanwezigen dat het uitstelgedrag en de gevolgen hoog op de politieke agenda moet komen. Terwijl niemand wilde dat dit zou leiden tot een overheid die vertelt op welke leeftijd het eerste kind moet komen. Doorgaans staakt daar de discussie over de rol van de overheid.
Een overheid die opdraagt vroeg aan kinderen te beginnen lijkt ook mij een schrikbeeld. Maar de overheid kan wel wat anders doen. De huidige situatie voor jonge ouders is alles behalve rooskleurig. De periode waarin wordt bepaald of je slaagt in je carrière wordt steeds korter. De carrière perspectieven worden op de middelbare school bijna onomkeerbaar gemaakt. Het doorstromen van bijvoorbeeld VMBO naar HAVO is door de nieuwe inrichting van het onderwijs veel moeilijker geworden. En ook na het afronden van je middelbare school is de druk flink opgevoerd.
Mijn ouders kregen kinderen terwijl mijn vader studeerde. Die tijd is voorbij. Afstuderen moet binnen onafzienbare tijd. En neem je jezelf serieus dan ga je je toekomstige carrière niet verpesten door jong aan kinderen te beginnen. Dat geldt zeker voor vrouwen.
Toen ik op de middelbare school zat was ik aanvankelijk geïnteresseerder in jongens dan in huiswerk, met als gevolg dat ik net op de HAVO mocht blijven. Toen ik serieuzer werd kon ik eenvoudig doorstromen naar het VWO waarna ik politicologie ging studeren. Ook tijdens die studie was ik niet alleen aan het studeren. Mijn partner en ik kregen toen, geheel gewenst, ons eerste kind. Mijn studie liep enige vertraging op, maar ik studeerde af. Was ik nu een puber dan had ik dat waarschijnlijk nooit gered.
Niet alleen is de tijdsdruk opgevoerd, ook de eisen die jongeren aan de basiszekerheden stellen voordat ze aan kinderen beginnen is enorm toegenomen. Zonder een vast contract, koophuis en een stabiele relatie begint een gemiddeld stel niet aan kinderen, zo bleek uit het debat. Dat is geen verwend gedrag, zoals sommigen beweren, maar een realistische inschatting van de kansen in de huidige samenleving.
Als je steeds minder tijd hebt om die basiszekerheden te verwerven is het niet vreemd dat jongeren gebruik maken van de mogelijkheid om het krijgen van kinderen uit te stellen, zeker nu een vast contract geen vanzelfsprekendheid meer is. Zonder vast contract kom je zelfs niet in aanmerking voor betaald zwangerschapsverlof of ouderschapsverlof. Voor het huren van een gezinswoning moet je gemiddeld elf jaar wachten en koophuizen zijn, zeker in de Randstad, onbetaalbaar geworden terwijl het krijgen van een hypotheek zonder vast contract voor velen niet mogelijk is.
Ik ben blij dat ik jong kinderen heb gekregen, maar de nadelen ervan heb ik aan den lijve ervaren. Na mijn studie ging ik opzoek naar een parttime baan op academisch niveau, dat bleek een ‘contradictie in terminus’ en geld voor vijf dagen opvang boden die fulltime banen niet. Na jaren onder niveau te hebben gewerkt begin ik nu eindelijk op niveau te komen. Maar geld voor een koophuis verdienen wij nog lang niet. Toen ons tweede kind kwam bouwde wij een alkoof midden in ons kleine huurhuis. Ook al is dat erg gezellig, wij zijn niet bepaald een voorbeeld dat tot opvolgen uitnodigt.
Wil de overheid werkelijk iets concreets ondernemen aan het late ouderschap dan zou ze die belemmeringen moeten verminderen. Maak de woningmarkt toegankelijker voor starters (zonder huurliberalisatie), hervorm de arbeidsmarkt zo dat hij flexibeler voor jonge ouders is en verlaag de kosten voor kinderopvang en naschoolseopvang. De overheid hoeft wat mij betreft geen actief geboortebeleid te voeren en de pastoor hoeft ik zeker niet op bezoek, maar het krijgen van kinderen op jongere leeftijd hoeft ook niet worden bemoeilijkt en dat gebeurt nu wel!
Roos Wouters (32), politicoloog, bestuurslid van het Alternatief Voor Vakbond (AVV)