Elk nadeel heeft z’n voordeel
Ik vraag me wel eens af of dat ‘dertigers dilemma’ niet gewoon een gebrek aan durf is. Als iedereen wat minder ‘ja maar’zou zeggen dan zou het dilemma waarschijnlijk snel verdwenen zijn.
Ik was 24 en kende Joost net drie maanden toen wij besloten te stoppen met de pil. Het begon als een grap, maar hoe langer we erover spraken hoe logischer het werd, want wat is het goede moment om aan kinderen te beginnen? In mijn omgeving begon iedereen meteen paniekerig te ja maaren; ‘Ja maar jullie kennen elkaar nauwelijks, je bent nog niet afgestudeerd, hebt geen verre reis gemaakt, geen huis met een tuin en geen carrière opgebouwd. Hoe meer mitsen en maren zij opperden, hoe leuker ik het vond om stoïcijns ‘maar wat dan noch?’ te antwoorden. Ik kon mijn scriptie ook met een dikke buik schrijven. Ik kreeg een kind, geen dodelijke ziekte. Bovendien wilde ik altijd al liever een baan bij mijn kind dan een kind bij mijn baan, en wat maakte het uit dat mijn huis een klein krotje was. Ik had nog nooit iemand horen zeggen dat ze een rotjeugd hadden gehad, doordat ze driehoog woonden zonder balkon of carrière moeder. Dat Joost en ik elkaar nauwelijks kenden werd wat mij betreft gecompenseerd doordat ons kind echt gewenst was, en niet zoals ik ‘het goedmakertje’ van een lang en slecht huwelijk. Joost en ik vervingen het eeuwige ‘ja maar’ door ‘123-ingodsnaam’ en spraken af altijd financieel onafhankelijk te blijven.
Twee maanden later was ik zwanger! Vanaf dat moment werd ik onafgebroken heen en weer geslingerd tussen een euforisch geluksgevoel en totale paniek. Wat had ik gedaan! Mijn hart luchten was er natuurlijk niet bij, iedereen had ons voor gek verklaard. Er zat niets anders op dan mijn kiezen op elkaar te zetten want voor ‘ja maar’ was het nu te laat.
Toen Sam een half jaar oud was studeerde ik tot ieders verbazing toch af en ging op zoek naar een baan. Parttime, want Sam was niet, tegen alle adviezen in, tóch geboren om hem vervolgens volledig uit te besteden. Dan hadden we net zo goed het kind van de buren kunnen lenen. Een parttime baan op academisch niveau, zonder relevante werkervaring, bleek helaas niet te vinden. Vanachter de receptie keek ik toe hoe de carrières van mijn studiegenoten zonder kinderen vooruit schoten, hoe ze prachtige huizen kochten met badkamers groter dan het hokje dat wij kinderkamer noemde en geld hadden om ‘vrij’ te besteden.
Terwijl ik kleine stapjes in mijn lullige loopbaan zetten, kregen Joost en ik een tweede kind en voor het eerst vroeg onze omgeving zich af of dit ook voor hen het goede moment was om aan kinderen te beginnen. De meesten besloten het na lang ja maren toch uit te stellen. Een kind paste nu niet goed bij hun baan. Ze stonden net op het punt om promotie te maken of een eigen bedrijf te beginnen. Toch groeide het verlangen naar kinderen snel. Zo verzuchtte een vriendin met een geweldige carrière op een dag dat ik het enige had dat zij echt wilde, twee leuke kinderen en nog een wereld om te veroveren.
De vrienden die wel kinderen kregen vroegen zich af hoe wij rondkwamen van ons kleine inkomen. Het geld dat zij ‘vrij’ te besteden hadden was met de komst van hun kind plots gehalveerd en op hun werk was de groei er wel uit. Zij hadden hun glazen plafond bereikt terwijl mijn salaris langzaam maar zeker met onze uitgaven steeg en mijn kinderen met mijn ‘carrière’ meegroeiden. Zo heb ik sinds Sam en Julia naar de basisschool gaan de stap gezet om voor mezelf te beginnen en ligt er een wereld voor mij open. Bovendien blijkt ons kleine huurhuis ineens een ongekend voordeel te hebben; mocht het allemaal niet meteen lukken, dan hoef ik in elk geval niet wakker te liggen van de hypotheek. Zo heeft elk nadeel weer een voordeel.
Verruil het ja maar daarom eens wat vaker voor ‘123-ingodsnaam’ want echt plannen kun je het leven toch niet!
Roos Wouters (33), politicoloog, sinds kort freelance journalist,moeder van Sam (8) en Julia (4) en nog steeds samen met Joost.