Normal 0 21 false false false NL X-NONE X-NONE MicrosoftInternetExplorer4
Lang leven de Nederlandse Moederschapscultuur (Opzij)
Nederland lijdt aan een moederschapcultuur, luidde de klacht. In tegenstelling tot de ons omringende landen houden wij onze kinderen de eerste jaren liever thuis bij ‘moeder de vrouw’ dan dat we ze naar de kinderopvang brengen. Want dit laatste, blijkt uit diverse ‘onderzoeken’, vindt de gemiddelde Nederlander ‘slecht voor hun ontwikkeling’.
Door die moederschapscultuur is het verschil tussen het aantal uren dat vrouwen en mannen buitenshuis werken is in Nederland daarom vele malen groter dan in andere Europese landen. Slechts 42 procent van de Nederlandse vrouwen is economisch zelfstandig. Omdat de overheid Nederland niet graag onderaan Europese ranglijstjes ziet staan, trok het in 2006 geld uit om de kinderopvang toegankelijker te maken. Maar door het vermeende gebrek aan animo verwachtte de overheid weinig toestroom door deze investering.
Het kwam dan ook als een donderslag bij heldere hemel toen bleek dat het gebruik van de kinderopvang explosief toenam. Voor het eerst was de opvang in Nederland ‘toegankelijk’ en ‘betaalbaar’ en daar werd dan ook dankbaar gebruik van gemaakt. Zozeer zelfs dat Sharon Dijksma, staatssecretaris van onderwijs en minister Bos moesten concluderen dat het budget met 470 miljoen euro werd overschreden. Het viel kennelijk dus wel mee met onze behoefte om de kinderen volledig zelf op te voeden. Misschien dat we eerder geen gebruik van de opvang maakte omdat er een gebrek aan een geschikt, toegankelijk en betaalbaar alternatief was?
Dit is echter niet de vraag die Sharon en Wouter zich stelden. Zij vroegen zich af hoe zij de moederschapcultuur zo snel mogelijk konden redden van de ondergang want die zogenaamde cultuur hield het beleid wel lekker betaalbaar. Bovendien leggen werkende ouders zich eerder neer bij een gebrek aan goede opvang als zij denken de enige te zijn met de afwijkende behoefte aan opvang. Sharon en Wouter hebben de drempel naar de opvang met ingang van dit jaar weer vrolijk opgehoogd en bezuinigen. Om de wind toch enigszins uit de zeilen van de PvdA collega’s te halen, bedachten Oud-staatssecretaris Aboutaleb en Minister Plasterk een list. Zij richtten de Taskforce DeeltijdPlus op. Deze Taskforce onderzoekt, met een budget van vijf miljoen euro, hoe zij Nederland van haar moederschapcultuur af kan helpen.
En zo kwam alles toch nog goed, want nu men de ogen strak op minister Rouvoet van Jeugd en Gezin richt, omdat een minster van de Christen Unie bij voorbaat verdacht is, kan de PvdA er intussen stilletjes voor zorgen dat onze prachtige Nederlandse moederschapcultuur van haar ondergang wordt gered.