Het moment dat ik, jaren geleden, de navelstreng met ‘het kantoor’ doorknipte en voor mezelf begon, nam ik onmiddellijk contact met mijn bank op om zo’n verzekering af te sluiten. Mijn gezin is afhankelijk van mijn inkomen en dus kan ik het mij niet permitteren om hier onzorgvuldig mee om te gaan.
De bank daarentegen kan het zich kennelijk prima permitteren om onzorgvuldig met mij als klant om te gaan. Na maanden mailen, bellen, ja zelfs smeken, lukte het me nog niet om een arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten en omdat ik tegen die tijd al zoveel horrorverhalen over ‘de kleine lettertjes’ heb gehoord, besluit er vanaf te zien en onkwetsbaar te worden.
Als ook uit onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten blijkt dat AOV-verzekeringen vol staan met kleine lettertjes en uitsluitingsbepalingen waardoor verzekerden vaak bedrogen uitkomen, ben ik even opgelucht. Ze hebben mij niet weten te vangen. Maar helaas maakt me dat nog steeds niet onkwetsbaar. Dat weet ik stiekem ook wel.
Daarom lees ik met bovengemiddelde interesse over het Broodfonds: een coöperatie van minimaal twintig en maximaal vijftig zelfstandigen, die elkaars verzekering vormen. De deelnemers zetten elke maand een vast bedrag op een aparte rekening – voor een uitkering van 1500 euro netto per maand is dat 67,50 euro – en de beheerder van het fonds is bevoegd om bij ziekte een klein bedrag van alle deelnemers naar de zieke over te schrijven. Dit alles werkt het op basis van vertrouwen. De bureaucratische controle is ingeruild voor sociale controle en omdat het een gift betreft is het ook nog eens belastingvrij.
Ik gniffel. Zo kan ik, buiten de woekerpraktijken van verzekeraars om, toch een bepaalde mate van bestaanszekerheid op te bouwen. Enthousiast tweet ik Pieter dat ik graag mee doe. Het strookt volledig met mijn idee over Het Nieuwe Werken/leven: Samenwerken/leven op basis van vertrouwen en verantwoordelijkheid.
Nog geen week later woon ik de eerste Broodfonds bijeenkomst bij. Ik kijk mijn ogen uit hoe snel twitter mensen weet te mobiliseren, en dat in vakantietijd. Zo’n veertig geïnteresseerden bespreken, onder leiding van Pieter Hilhorst en de initiatiefnemers van het eerste Broodfonds, hoe we ons eigen Broodfonds op kunnen zetten. Het eerste fonds heeft zich inmiddels bewezen. Het bestaat nu zo’n vijf jaar naar ieders tevredenheid en aangezien één op de tien werknemers inmiddels zelfstandig is, verwachten de initiatiefnemers dat het aantal broodfondsen de komende jaren enorm zal gaan groeien.
Zoals altijd zijn er een aantal aanwezigen die de kleine lettertjes blijven zoeken, maar het merendeel laat enthousiast weten een nieuwe vorm van solidariteit in het Broodfonds te herkennen. En ook mij spreekt de veerkracht van sociale netwerken die mensen in staat stelt elkaars tegenslagen op te vangen zo aan dat ik me meteen als ‘snelle starter’ opgeef. Wij ‘snelle starters’ zullen na de vakantie beginnen met het oprichten van een verzekering op basis van vertrouwen.
Triomfantelijk fiets ik even later naar huis. ‘Kolossale organisaties die drukker bezig zijn met de kwartaalcijfers dan met de klant, maakt uw borst maar nat want dit staaltje solidariteit van onderaf is nog maar het begin.’
Roos Wouters is auteur van het boek Fuck Ik ben een feminist en het onlangs verschenen boek Carrièrebitches en Papadagen: hoogste tijd voor Het Nieuwe Werken. Ze werkt als freelance publicist, columnist, debatleider en adviseur. Als Voorzitter van de Stichting Het Nieuwe Werken Werkt! geeft Roos lezingen, adviezen en workshops aan overheid en bedrijfsleven over Het Nieuwe Werken: hoe een evenwichtige combinatie van werk en privé tot stand kan komen voor werknemers en werkgevers. www.HetNieuweWerkenWerkt.nl Deze en andere columns zijn ook te lezen op hetnieuwewerkenblog.nl