Al jaren zie ik vol bewondering hoe u, dames en heren sociale partners, zich inzet om het vaste contract te beschermen. Hoe u, althans, de meerderheid van u, de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd als vertrekpunt blijft nemen voor wet en regelgeving en de toegang tot Collectieve Arbeidsovereenkomsten. U streeft duidelijk naar een eerlijke en langdurige arbeidsovereenkomst bij voorkeur tot aan het (pre)pensioen. En dat siert u.
Maar hoezeer ik uw inzet ook bewonder, toch kenmerkt deze zich door een verlangen naar vroeger tijden. Tijden die ik, en velen met mij, nooit heb mogen meemaken en die, hoe u ook uw best doet, nooit meer terug zullen komen. Mag ik u meenemen naar de tijd waarin ik leef?
Ooit verlangde ook ik naar een vast contract. Zeker toen ik de arbeidsmarkt net betrad. Ik had mijn studie afgerond, was moeder geworden en hunkerde naar een starterswoning. Een hypotheek behoorde echter pas tot de mogelijkheden als we in het bezit waren van een vast contract en dat, zo bleek, was niet eenvoudig te verkrijgen. Ik was dan ook zeer verheugd toen u als sociale partners overeenkwam dat werknemers na drie tijdelijke contracten recht kregen op een vast contract.
De zogenoemde Flexwet pakte helaas anders uit. Na drie halfjaarcontracten werd ik verzocht drie maanden onbetaald met vakantie te gaan, en mijn werkgever bleek niet de enige die op deze manier onder de flexwet uitkwam. Vooral voor jongeren, ouderen, vrouwen en allochtonen bleef het vaste contract (en een lening) net zo onbereikbaar als voorheen. Alleen de inkomensonzekerheid nam toe. Bedankt flexwet.
Toen ik door een foutje van de boekhouder toch een vast contract kreeg, was ik dan ook dolgelukkig. Eindelijk zekerheid, dacht ik. Dat bleek een illusie. Een half jaar later werd duidelijk dat mijn functieomschrijving nooit officieel was ingevuld. Nu kon mijn werkgever toiletjuffrouw noteren en mij op staande voet ontslaan als ik weigerde de plee te schrobben, of ik kon ontslag nemen. Dag vast contract.
Daarop besloot ik een goede werkgever te zoeken en solliciteerde bij de rijksoverheid. Ook dat viel tegen. Ik werd wel aangenomen voor een interessante baan maar omdat er officieel een aanname-stop gold, wilden ze me alleen inhuren via een uitzendbureau dat met halfjaarcontracten werkte.
Nu hoor ik u denken: dat mag allemaal helemaal niet. Daar hebben we wetten en regels voor gemaakt. U denkt vast ook dat ik gewoon veel pech had. Maar dames en heren sociale partners, hoe mooi uw afspraken op papier ook lijken, de praktijk is anders. Hoe mooier, luxer en beter u de Collectieve Arbeidsovereenkomsten optuigt, des te behendiger werkgevers deze omzeilen.
Na jaren van ‘oprotcontractjes’, WW-uitkeringen en een lappendeken aan versnipperde en dus onvoordelige pensioentjes, verkoos ik de zekerheid van onzekerheid. Ik schreef mij in als Zelfstandige Zonder Personeel en voegde me zo bij de snelst groeiende groep van de Nederlandse beroepsbevolking. Maar maakt dat mij een echte ondernemer? Zo een die er bewust voor kiest om geen sociale premies af te dragen omdat ik liever alleen voor mezelf zorg? Als ik door uw ogen kijk, dan maak ik het ene moment deel uit van de ‘flexibele schil’ die de economie draaiende houdt en het volgende moment behoor ik tot een groep opportunisten die de verzorgingsstaat uitholt.
Dames en heren sociale partners, kijk nu eens door mijn ogen. Hoe meer u uw best deed om werkgevers het vaste contract door de strot te duwen, des te groter is de kloof tussen ‘vast’ en ‘flex’ en tussen ‘insiders’ en ‘outsiders’ geworden. De toenemende globalisering en vergrijzing vraagt om een flexibele arbeidsmarkt en ook werkgevers, werknemers en ‘flexwerkers’ hebben een groeiende behoefte aan flexibiliteit in combinatie met zekerheid. Toch werkt de huidige inrichting van de arbeidsmarkt deze mobiliteit tegen. Mensen met vaste contracten – zeker zij die op de arbeidsmarkt ‘te oud en daarmee te duur’ worden gevonden – blijven zitten waar ze zitten, omdat de kans groot is dat ze de toegang tot collectieve verzekeringen en voorzieningen bij een overstap verliezen. Werkgevers zitten op hun beurt niet te wachten op nog meer vaste krachten die ‘duurbetaald hun tijd uitzitten’ en kijken dus mooi uit om mensen in vaste dienst te nemen. En zij die jaar in jaar uit van baan naar ww-uitkering hoppen kiezen, mede op uw (UWV) advies, steeds vaker voor de zekerheid van onzekerheid en worden zelfstandig ondernemers. Zijn dit echter de motieven die goede werknemers, werkgevers of ondernemers van ons maken? Ik geloof van niet.
Veel beter zou het voor de duurzaamheid van de hele BV Nederland zijn als werkgevers kunnen werken met mensen die zich concentreren op het werk dat ze willen doen in plaats van op de arbeidsvorm en de secundaire arbeidsvoorwaarden die daaraan gekoppeld zijn. Als ze kunnen doorstromen naar het werk en de werkvorm die het beste bij hun levensfase past.
Het is hoog tijd dat u het lot van werkenden niet langer in de handen van de werkgevers legt, maar in de handen van de werkenden zelf. Dat u de arbeidsmarkt emancipeert door de premie voor de basale collectieve verzekeringen, voorzieningen, opleidingsgelden en pensioenen door te berekenen in het bruto loon/inkomen van iedereen die een bijdrage levert aan de arbeidsmarkt. Laat werkenden deze sociale voorziening opbouwen in een werkenden-collectief en koppel die opbouw aan ieders unieke Burgerservicenummer (BSN). Dat lijkt mij wel zo transparant en overzichtelijk.
Zo worden ‘werkgevers’ en ‘werknemers’ volwaardige partners. Vaste krachten hoeven niet meer bang te zijn alle opgebouwde rechten te verliezen bij een overstap naar een andere werkgever. Het pensioen wordt niet meer over verschillende fondsen versnipperd omdat de opbouw is gekoppeld aan het BSN nummer in plaats van aan de werkgever. Het gebruik van opleidingsgelden voor om- en bijscholing is de verantwoordelijk van de werkende zelf. En flexwerkers krijgen toegang tot collectieve en dus betaalbare sociale zekerheden. Dit alles maakt vaste krachten mobieler, flex krachten minder vogelvrij en werkgevers krijgen de flexibiliteit waar de huidige economie om vraagt. En zo draagt u, vertegenwoordigers van de werkgevers, werknemers en overheid, echt bij aan ieders duurzame inzetbaarheid en mag u zich weer met recht sociale partner noemen.
Roos Wouters
Roos Wouters (1974) is politicoloog en oprichter van de Stichting Het Nieuwe Werken Werkt! Daarnaast is zij werkzaam als freelance publicist, debatleider, columnist en adviseur. Wil je meer weten over Roos? Volg haar via LinkedIn of Twitter (@rooswouters).